Amir werd uitgebuit op de markt

Lees hier zijn verhaal

Ruim zeven maanden werd Amir* (59) uitgebuit op de markt. Hij werkte 12 uur per dag voor slechts €20. Als hij er iets van zei, werd hij bedreigd. Toch ontsnapte hij niet. “De reden waarom ik bleef was schaamte. Ik had niks anders te doen.”

Amir is 27 jaar als naar Nederland komt. Het is eind jaren ’80 en hij probeert zijn militaire dienst in Egypte te ontlopen. Zijn eigen vader, die wel in dienst had gezeten, had Amir en zijn zeven broers en zussen heel strak opgevoed. Er heerste een militaire discipline in huis. “Ons huis was een soort kamp”, vertelt Amir. “Ik had daar geen zin meer in. Maar als je je dienstplicht probeerde te ontlopen, werd je gearresteerd door de politie.”

Eenmaal aangekomen in Nederland heeft Amir diverse baantjes, variërend van portier tot medewerker in een shoarmatent of verkoper op de bloemenmarkt. “Destijds was het makkelijk om werk te vinden”, legt hij uit. Ogenschijnlijk gaat het goed met Amir maar hij heeft ook tegenslagen te verduren. Zijn eerste huwelijk loopt na een jaar op de klippen. Hij schaamt zich zo, dat hij vanaf dat moment weinig tot geen contact meer heeft met zijn familie en vrienden in Egypte.

 ‘Dat het mis ging, lag aan mij’

Enige tijd later ontmoet hij een ‘goede Nederlandse vrouw’. Hij trouwt met haar. “We hebben een goede tijd samen gehad”, blikt hij enigszins weemoedig terug. “We zijn dertien jaar getrouwd geweest en zij probeerde me vooruit te helpen. Mijn grote fout is dat ik vaak met verkeerde mensen omga. Ik werkte in die tijd als bodyguard. Ik was 119 kilo en ik sportte veel. Ik kwam in aanraking met slechte mensen, waardoor ik de criminaliteit in ging. Mijn vrouw waarschuwde me: ‘ga niet met slechte mensen om’. But I’m stupid, dus ik luisterde niet naar haar.”

Vanwege een gevecht belandt Amir negen maanden in de gevangenis. Hij raakt zijn verblijfsvergunning kwijt en zijn huwelijk strandt enige tijd later. Hij neemt het zijn ex niet kwalijk. “Dat het mis ging, lag aan mij. Zij was een goede vrouw.” Vanaf dat moment heeft Amir niets meer. Geen huwelijk, geen baan, geen huis en geen verblijfsvergunning. Toch is teruggaan naar Egypte geen optie. Hij is bang om gearresteerd te worden vanwege het ontlopen van zijn dienstplicht. Bovendien heeft hij het contact met zijn familie verloren. “Ik heb hen niets te zeggen en ik wil niet tegen hen liegen”, vertelt hij verdrietig. Ik voel heel veel schaamte maar nu is het te laat.”

‘Ik was blij dat ik werk had’

Om de tijd een beetje te doden is Amir regelmatig te vinden op de markt. Een van de marktkoopmannen ziet hem, geeft hem een kop koffie en een tosti. Het lijkt een mooi gebaar en Amir is er dankbaar voor. Vanaf die tijd vraagt de marktkoopman hem regelmatig om een wederdienst. Of Amir even 10 minuten op zijn kraam wil passen. Vervolgens blijft de marktkoopman vijf tot zes uur weg. Maar hij heeft altijd weer een ‘goed’ verhaal paraat over waarom het zo lang duurde.

Als de marktkoopman Amir een baan aanbiedt, grijpt hij het met beide handen aan. “Als je niks te doen hebt, accepteer je alles”, legt hij uit. “Ik zou 60 euro per dag krijgen en een plek om te slapen. Het was koud en ik had een dak boven mijn hoofd nodig. Ik sliep in een magazijn en moest lange dagen werken. Van 7 uur ’s ochtends tot half 7 ’s avonds. In plaats van 60 euro per dag, kreeg ik maar 20 euro. Iedere week had hij wel weer een nieuw excuus waarom hij me niet het hele bedrag kon geven.”

Alhoewel Amir zelf weet dat hij wordt uitgebuit, trekt hij niet bij anderen aan de bel. “Weet je, niemand denkt dat die marktkoopman slecht is. Hij heeft een heel onschuldig gezicht en hij praat zo zacht en vriendelijk. Alleen als je hem echt kent, weet je hij heeft twee gezichten heeft. Hij was enorm manipulatief.” Meerdere keren wordt Amir bedreigd als hij om zijn geld vraagt. “Hij dreigde dat hij de politie zou bellen. Hij wist niet zeker of ik een Nederlands paspoort had. Als hij de politie zou bellen, dan had ik een probleem. Soms gebruikte hij ook geweld. Dan pakte hij een schroevendraaier of een mes.” Toch loopt Amir niet weg. “Ik voelde me heel slecht omdat ik geen keuze uit. Als ik zou vechten, dan kwam ik in de gevangenis terecht. Ik bleef omdat ik hoopte dat ik mijn geld zou krijgen. En ook omdat ik me schaamde. Ik had niks beters te doen.”

Na zeven maanden van zwaar werk en uitbuiting, ontsnapt Amir uiteindelijk. “Op een dag kregen we ruzie tijdens het werk. Hij bedreigde me met een schroevendraaier en begon te schreeuwen. Er keken mensen onze kant op. Ik was bang dat de politie zou komen. Die marktkoopman waarvoor ik werkte, kon goed praten. En ik ben dom, weet je. Mijn probleem is dat ik ga schelden als ik boos ben. Dan denkt de politie dat ik het gedaan heb. En die man praat zich er wel uit.” Om de politie te ontlopen, vlucht Amir weg. Het geld wat hem beloofd is heeft hij niet gekregen. En hij heeft opnieuw geen slaapplek meer.

‘Alleen zijn is niet goed voor mij’

In de maanden nadat hij ontsnapt is aan de uitbuitingssituatie, voelt Amir zich erg boos en beschaamd. “Als iemand me dit had aangedaan toen ik nog jong was…”.  Zijn ogen flikkeren. “He would have a problem…”. Hij wijst naar zichzelf. “Not me…”. “Maar nu ben ik oud en zwak”, voegt hij er verdrietig aan toe.

Nadat Amir bijna een jaar op straat heeft rondgezworven, komt hij uiteindelijk bij het Meeting Point terecht. Een locatie van het Leger des Heils die hulp biedt aan slachtoffers van mensenhandel. Er breekt een grote glimlach door op Amirs gezicht. “Het Meeting Point heeft mij enorm geholpen. Zonder hen wist ik echt niet wat ik moest doen. Ze hebben contact opgenomen met de politie en hebben me aan een slaapplek geholpen. Ik hoop echt dat ik ze een keer wat terug kan geven.”

Alhoewel Amirs leven er nu een stuk beter uit ziet, heeft hij het moeilijk met alles wat hij heeft meegemaakt. “Als ik alleen ben, ga ik piekeren”, geeft hij aan. “Over mijn familie, mijn ex-vrouw, de uitbuiting. Alleen zijn is niet goed voor mij.” Sinds kort werkt Amir dan ook in de lunchroom van het Leger des Heils: 50|50 Food. Hij geniet van het werken en het contact met zijn collega’s. “Als ik dit eerder had gedaan”, zijn ogen gaan glimmen, “dan was ik nooit in de gevangenis gekomen. Ik ontmoet hier zulke goede mensen. We respecteren elkaar.”

Op dit moment is er nog steeds een onderzoek gaande naar de man die Amir heeft uitgebuit. Hij is nog niet opgepakt en berecht. Amir is blij met de hulp die hij krijgt in dit hele proces. Grote dromen voor de toekomst heeft hij alleen niet meer. “Ik zie het leven heel anders nu”, legt hij uit. “Ik wil geen geld meer. Als ik eten heb en een dak boven mijn hoofd, dan is het voldoende. Het enige wat ik niet meer wil, is op straat slapen.”

*Amirs naam is om privacyredenen gefingeerd.